Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Signalering

bank

Als je leeft en mensen bekijkt ga je kapot of je wordt spijkerhard. Nicolas Chamfort (1741-1794)

“Goedemiddag.” groette de geüniformeerde politieman bij het binnenkomen van de coupé. Ik knikte vriendelijk.

De agent passeerde me en ging ergens achter me zitten. Een paar minuten verstreken.

Ineens hoorde ik de sirene van een politieauto. Daar, in het treinstel waar ik zat.

‘De telefoon van de politieman.’ wist ik meteen. De mogelijkheid dat het echt een politieauto was had ik vrijwel meteen uitgesloten: die zou nooit door het klapdeurtje hebben gekund.

Ik keek voorzichtig achterom. Daar zat de politieman, rustig met zijn handen gevouwen op zijn schoot. Er was geen teken van telefonische activiteit.

Terwijl de politiesirene doorloeide was even verderop een dame van middelbare leeftijd koortsachtig haar tas aan het doorzoeken. Duidelijk opgelucht haalde ze uiteindelijk haar mobiel tevoorschijn.

[Ik had bewondering voor de politieman die zulk een onderscheidend vermogen had dat ie dit lawaai niet had verward met het alarm dat ie vanwege zijn professie kan voortbrengen. Stel je voor: hij had ons anders allemaal wellicht gearresteerd.]

  1. Waren er geen verdachte types die het meteen op een rennen zetten?

    {Mowl: geen idee. Ik reis eerste klas.}

  2. Als op mijn werk een mobieltje afgaat, denk ik altijd dat het de mijne is. Alle mobieltjes van de zaak hebben namelijk standaard dezelfde ringtoon.

    {Mowl: om saamhorigheid te kweken?}

  3. Als er een sirene gaat loeien wanneer je gebeld wordt, word je vast afgeluisterd door de AIVD.

    {Mowl: het is wel zo netjes dat ze je dat laten weten.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag