|
In het geldautomatenhokje, naast de ingang van mijn werk, lag een man. Hij had zijn schoenen uit, de knieën opgetrokken, en sliep. Naast hem stonden drie, naar ik aanneem, lege bierflessen. In een wit plastic tasje zat er wellicht nog een vierde.
“O! Een stukje!” dacht ik en pakte mijn fototoestel. Tegelijk ontwaakte mijn schaamte.
Was dat wel netjes van me? Om bij het zien van een mens aan de onderste rand van de samenleving te schakelen naar iets triviaals als een weblog? Wat zei dat over mij?
Toch drukte ik af. Snel opende ik de deur naar mijn werk en vluchtte in mijn veilige kantoorwereld.
Nieuwsgierig en gegeneerd pakte ik mijn toestel nog es om de foto te bekijken.
Verdorie. Hij was wazig.
[Een moment overwoog ik om nog es naar buiten te gaan en een nieuwe plaat te schieten. Maar buiten was het koud en binnen behaaglijk. Ik ging koffie halen. Voor mezelf.]
Plaats een reactie