“Het kan een roodborstje zijn geweest.” zei collega W toen ik hem vertelde over de vogel die ik ’s ochtendsvroeg had horen fluiten. “Ging ie van rol-rol?”
Ik keek hem schaapachtig aan.
“Het kan natuurlijk ook een merel zijn geweest.” ging W door. “Wist je trouwens dat hun hersenen krimpen als ze niet zingen?”
Dat wist ik niet.
“Daarom beginnen ze er rond januari weer mee. Zodat het brein tegen de paartijd weer op volle sterkte is.”
Ik was er even stil van.
“Grotere hersens?” fronste ik. “Om te neuken?”
[Ja dus. En ik leerde bovendien dat het koolmeesje een winter- of een zomermaag heeft. Is de natuur niet prachtig?]
Plaats een reactie