Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Help!

spoed

Zonder de tegenslagen van de buren was het leven niet te harden. C. E. Jerningham (1854-1921)

Overbuurman was ongelukkig gevallen en had zijn bovenarm gebroken. Dat bracht ons in de wachtkamer van de spoedeisende hulp.

De verpleegkundige verscheen.

“Meneer H?” nodigde ze uit. Overbuurman probeerde moeizaam op te staan.

“Kom op, dat kan vlotter.” moedigde ik hem aan. Overbuurmans ogen spuwden vuur.

“U mag uw zoon best trappen.” vond de verpleegkundige.

“Zoon?” reageerde ik spitsvondig. “Zo lelijk ben ik niet!”

[Mij kun je er goed bij hebben in tijden van tegenslag. Ik weet overal wel wat van te maken. Jammer dat ik meestal de enige ben die dat denkt.]

  1. Volgens mij verzin je die tekstjes onder je foto’s zelf. Het kan niet dat die zo kant en klaar bestaan voor elke gelegenheid 🙂 Ik acht je er best toe in staat hoor.

    {Mowl: je bent een slimme, hè?}

    1. ik dacht eerder, nogal naïef. Maar slim lijkt me leuker. 🙂

      {Mowl: ik dacht eigenlijk ook ‘naïef’.}

  2. Gezellig, zo’n steun aan je ziektebed.
    Hij wordt daarmee wel weer meteen in de harde realiteit van het leven buiten het ziekenhuis geplaatst.

    {Mowl: ’t is voor zijn eigen bestwil.}

  3. Met een gebroken arm iemand trappen? Wat een vreemd medisch advies. Straks breekt ie zijn been ook nog.

    {Mowl: en kunnen ze weer een handeling declareren.}

  4. Haha, ik mag dat soort verpleegkundigen wel 😉

    {Mowl: wat zegt dat over jou?}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag