Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Gewist

trap

Een roerend afscheid mag niet te lang duren, anders wordt het voortdurend minder smartelijk. Otto Weiss (1898-1944)

Toen ik bij de dierenarts pipetjes tegen vlooien en teken ging halen, had ik al een idee wat er zou gebeuren.

“Voor Pim, Mies en Zus?” vroeg de assistente argeloos geroutineerd op haar monitor turend.

“Nee, Zus niet meer.” zei ik. “Ze is verdwenen.”

“O?” Het meisje keek op. “Wat naar voor u. Heeft u ook de dierenasiels gebeld?”

Ik knikte.

“En de dierenambulance, de gemeentereiniging, de plantsoenendienst, noem maar op.”

Het meisje aarzelde even. Toen keek ze weer naar haar beeldscherm. Haar vingers zweefden besluiteloos boven het toetsenbord.

“Zal ik Zus er dan maar uithalen?”

Zwijgend knikte ik.

[Toen ik later de deur van de dierenarts achter me dichtdeed voelde ik me een verrader. Of nee, erger: alsof ik persoonlijk definitief haar weg terug had afgesloten.]

  1. Horrormoment…

    {Mowl: bijna.}

  2. Op een dag komt ze weer die trap af. Misschien wacht ze tot zaterdag met haar showbizmoment. Songfestival.

    {Mowl: ik geloof in het Songfestival, niet de terugkeer van Zus.}

  3. neeeee niet de hoop opgeven hoor! 😦

    {Mowl: te laat.}

  4. Nou maar hopen dat zus niet komt spoken omdat je haar gewist hebt.

    {Mowl: niet ik, de assistente.}

  5. En de haan kraaide drie maal.

    {Mowl: de rollen van Petrus en Markus zijn blijkbaar niet voor ons weggelegd.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag