Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Streek

Wie praat zaait, wie luistert oogst. Pythagoras
Wie praat zaait, wie luistert oogst. Pythagoras

In de vensterbank keek ik door het geopende raam naar de verhitte wagens op het parkeerterrein beneden. Er was geen ziel te bekennen – het was er te warm voor. De schilder bood me bier aan.

Marilyn Monroe was op de rand van de deur gezet.

“Een echte ster.” zei hij. We klikten onze blikjes tegen elkaar.

“Proost.” zei ik. Hij lachte – hij lachte de hele tijd. Ik vroeg er hem naar.

“Je lacht zoveel.” zei ik. Dat was het moment dat ik hem even zag verstillen. Maar daarna trok hij de lach weer op.

“Ik moet wel.” zei hij. “Anders denk ik aan mijn moeder. Mijn familie.” Dat moment.

We hadden het er maar niet meer over. Beter spraken we over Marilyn Monroe. Hij had al haar films gezien.

“We gaan die een keer samen kijken.” beloofde hij. Lachend.

Ik knikte en lachte mee, omdat ik ook niks beters wist.

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag