|
Ik hoorde voetstappen de trap opkomen terwijl ik mijn leven overdacht en mijn einde tegemoet zag. Elk moment verwachtte ik het gele uniform van een ambulancebroeder te zien die moest constateren dat hij niets meer kon uitrichten. Maar alleen Brrrr kwam binnen. Ik probeerde langs hem te kijken.
“Ben je alleen?” vroeg ik. Hij knikte.
“Ik heb je symptomen beschreven en volgens het ziekenhuis is het hyperventilatie.” Dat was kort door de bocht.
“Hyperventilatie?” herhaalde ik. “Is dat alles?” Even stil. “Ik ga dus niet dood?”
“Nog niet.” zei Brrrr.
Ik zuchtte.
“Hyperventilatie.” mompelde ik. “Dat is toch iets voor hysterische vrouwen?”
“Tja.” zei Brrrr.
“En nu?” vroeg ik.
“Als je weer een aanval krijgt moet je in- en uitademen in een plastic zakje.” vertelde Brrrr.
Op m’n rug bekeek ik het plafond. Een plastic zakje. Tss.
[De kleine hypochonder in me was een beetje teleurgesteld. Hyperventilatie is nou niet echt spannend te noemen. Zeker niet met een plastic zakje.]
Plaats een reactie