“Stop, Jo!” beval de vrouw met het grijze, sluike haar. De man die voor haar liep, met het grijze ringbaardje, hield zijn pas in. De vrouw bekeek de waren van het marktkraampje.
Jo bewoog ondertussen niet. Hij had een vreugdeloze blik terwijl hij daar zo stond te wachten tot de vrouw klaar was met haar inspectie.
“Loop, Jo!” klonk de vrouw toen het zover was. Gelaten zette de man zich weer in beweging.
[De zon scheen zoals ie al in tijden niet meer had geschenen. Maar als ik Jo zag leek het zwaar bewolkt.]
Plaats een reactie