Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Licht

licht

Het genie heeft niet meer licht dan een ander, meer rechtschapen mens – maar hij verzamelt het licht door een bepaald soort lens in een brandpunt. Ludwig Wittgenstein (1889-1951)

Brrrr troonde me mee naar de kelder. Daar opende hij de deur van de koelkast.

“Wat zie je?” vroeg hij. Ik keek.

“Wijn.” antwoordde ik. “Hoezo?”

“En hoe komt dat?” Mijn antwoord was Brrrr onvoldoende.

“Omdat er wijn in ligt.” Ik vond het nogal duidelijk. Brrrr schudde zijn hoofd.

“Nee.” zei hij. “Je ziet de wijn omdat ik er een lampje in heb gedraaid.”

Ik keek nog es. Verrek. Er brandde inderdaad een lampje. Dat me dat niet meteen was opgevallen. Het zette me even stil aan het denken.

“Geniaal.” was het enige wat ik even later met droge mond kon concluderen.

[Het zijn de kleine dingen, die vaak zo voor de hand lijken te liggen, die het leven zo kunnen veraangenamen. Licht. In een koelkast. Je moet er maar opkomen.]

  1. And let there be light..
    Wat heerlijk dat licht op de zaterdagmorgen! En wat heerlijk zoeen man!

    {Mowl: en hij kan nog koken ook.}

  2. Inderdaad, het zijn vaak dat soort kleine dingen die erg aangenaam zijn. Of erg onaangenaam (Wat zou Rita hierover denken?)

    {Mowl: Rita zou het lampje eruit draaien en zelf meenemen.}

  3. Misschien is dat ook een idee voor de koelkast in onze keuken. Daar pakken wij ook alles op de tast.

    {Mowl: dat kan ook verrassende resultaten opleveren.}

  4. geweldig logje…. zit er van te grijnzen

    {Mowl: mijn dag is weer goed.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag