|
“Mag ik u een tip geven?” vroeg de conductrice toen ik in de trein naar Middelburg terugkeerde van het toilet. Ze wachtte mijn reactie niet af. “Neemt u in het vervolg uw koffertje mee, wanneer u weer es naar de wc gaat. Er hoeft maar iemand met verkeerde bedoelingen langs te lopen en het is weg.”
Een vrouw in de coupé bemoeide zich ermee.
“Dit is Zeeland, hoor.” zei ze gepikeerd. “Hier geloven we nog in de mensen.”
“Ik ben geen Zeeuwse.” zei de conductrice terwijl ik haar mijn kaartje gaf.
[“Ik zal eraan denken.” zei ik tegen de conductrice. Ik ben ook geen Zeeuw.]
Plaats een reactie