We stonden voor het raam naar ’t circus op het veld te kijken. Terwijl de wind in kracht won, probeerden mannen te voorkomen dat de tent zou worden weggeblazen.
“Toch wel sneu voor de kamelen.” zei ze.
“Ik dacht dat ze alleen huisdieren hadden.” zei ik.
“Ik heb ze toch gezien.” meende ze. “Vier kamelen.”
We keken even zwijgend naar het verzet van de circusmannen.
“Ik heb alleen een houten paard gezien.” zei ik. “Omgeblazen.”
[De wind stond op het punt een storm te worden. We gingen terug aan het werk. Dit kon nog wel even duren.]
Plaats een reactie