Daar zat ik: in het wachthuisje van het station met de stamboom die ik net van Tante had gekregen. De Historische Vereniging van haar dorp had een boekje over mijn familie gemaakt en meteen maar de geslachtslijst uitgeplozen.
Mijn vingers wandelden door jaren en stuitten in de achttiende eeuw op een voorvader die twee keer met dezelfde vrouw was getrouwd: eerst in 1765 en dan nog es een keer in 1767.
In verband met rekatholisering, las ik. De verklaring vervolgde: men was (…) het ter kerke gaan ontwend. Vandaar dat het kerkelijk leven diende te worden hersteld. Ik zag het zo voor me. De pieuze pandoer die met bijbel en bijl mijn ascendenten tot de orde riep.
[Maar de treinen reden er vast op tijd, dacht ik, als er weer een vertraging werd omgeroepen.]
Plaats een reactie