Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Vrij

lucht

Als de dagen verder opengaan is de eeuwige lucht een wonder. Jacques C. Bloem (1887-1966)

Voor ’t weekeinde had Brrrr wel een paar tips. Zodat ik me niet zou vervelen als hij moest werken. Ik nam ze ter harte.

Dus stond ik pas op toen ik écht niet meer kon slapen. Ik verwende me daarna met een copieus ontbijt en nam een uitgebreidere douche dan goed was voor ’t milieu.

Dan ben ik gaan wandelen (een heel end) en de eendjes voeren (de nijlganzen en de meerkoetjes ook, natuurlijk). Ik heb Pim geborsteld, de aardappels geschild (kun je maar beter gedaan hebben), de spinazie gewassen (ook al zo’n karwei) en de gehaktballen gedraaid (scheelde weer voor de avond).

Toen nog ’t stukje voor de volgende dag eruit geperst en tenslotte de beide weekendkranten (plus bijlagen) gespeld. Zo.

Ik keek op de klok. Negen uur. In de ochtend.

[Ik heb een nieuwe definitie van ’t begrip ‘eeuwigheid’: een dag zonder Brrrr.]

  1. Awwww Ik vind dit zo’n mooie liefdesverklaring naar Brrrr toe.

    {Mowl: je zou d’r bijna wat van gaan denken.}

  2. Oei, wat moet je wel niet als Brrrr een week weg is?

    {Mowl: ik wil me dat niet eens voorstellen.}

  3. Dan draai ik mij het liefste nog even om.

    {Mowl: ’k wil wel, maar ’k kan niet.}

  4. Wow, hoelaat sta je ’s morgens op? 2 uur?

    {Mowl: vroeg, ja. Zucht.}

  5. Je hebt niet echt aandacht aan het eten besteedt, hoor ik al.

    {Mowl: als ik sneu ben, ben ik ook écht sneu.}

  6. Ik zou willen dat ik dat allemaal kon voor negen uur ’s ochtends. Vooral dat dagelijks stukje is een moeizame onderneming.

    {Mowl: dat wordt vaak onderschat.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag