Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Deellot

fotograaf

Een compromis, dat is de kunst een koek zo te verdelen, dat ieder denkt het grootste stuk gekregen te hebben. Ludwig Erhard (1897–1977)

Brrrr had een vijfje gekregen bij een winkel.

“Ik kan vandaag twee ton winnen.” zei hij.

Wij.” herstelde ik. “We zijn tenslotte in gemeenschap van goederen getrouwd.”

“Maar ’t is mijn lot!” Hij protesteerde zowaar.

“Goed.” zei ik. “Dan gaan we vanaf vandaag alle geldstromen scheiden.”

Brrrr dacht even na.

“Daar hebben we ’t morgen nog wel over.” zei hij. “Goed?”

[Je moet geen oude schoenen wegdoen voordat je nieuwe hebt, zoveel weet Brrrr ook wel.]

  1. Haha. Ach als je maar van elkaar houd.
    En onthou geld maakt niet gelukkig.

    {Mowl: maar ’t is wel verdraaide handig.}

  2. „Daar hebben we ’t morgen nog wel over.” zei hij. „Goed?”

    Jaartal geniet …. (hihi)

    {Mowl: dat is dan in elk geval mooi meegenomen.}

    1. hoe staat het met de financien nu?

      {Mowl: we hebben gewonnen! Vijftien euro!}

  3. De kans is ruimschoots aanwezig dat jullie straks eenvijfde tientje te verdelen hebben. Is dat nu een boedelscheiding waard?

    {Mowl: dacht ’t niet.}

  4. Je weet wat het betekent he, grote sommen geld winnen. Dat is het begin van weer heel veel klusellende. (Huizen die je moet inrichten, meubels die in elkaar geschroefd moeten worden.)

    {Mowl: hoelang moet je nog?}

  5. Hij zou zowaar verkoper kunnen worden.

    {Mowl: of nog erger — politicus.}

    1. Die geven alleen maar geld uit, dat is dus zeker erger.

      {Mowl: ligt eraan wiens geld.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag