Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


In gesprek

telefoon

Een leven zonder dat men zoekt is even ellendig als een leven nadat men het gevonden heeft. Jacob Israël de Haan (1881-1924)

“Verdorie, niet weer hè!” viel bijna als een vloek uit Brrrrs mond.

We hadden een zowaar leuke dag gehad in Amsterdam en waren net de trein ingestapt die ons via een ruime omweg – want werkzaamheden aan het spoor – terug naar huis moest brengen. De harde woorden ontsprongen toen we gingen zitten.

“Wat?” reageerde ik. Brrrr reikte in de gleuf van de bank en haalde er een mobieltje uit. Hij keek me aan.

“Je moet een gevonden voorwerpen-bureau beginnen.” zei ik.

[Noodgedwongen beschadigden we de intimiteit van het toestel en achterhaalden de eigenaresse. Ze was ons eeuwig dankbaar, zei ze, waarna ze kon aansluiten in de rij.]

  1. Not even a bottle of wine this time ?

    {Mowl: een heel lief kaartje.}

  2. Ik ben mijn zonnebril kwijt, kunnen jullie die ook even vinden aub?

    {Mowl: geen probleem.}

  3. Wat zal ik nu eens kwijtraken????

    {Mowl: dat droogrek?}

  4. Zit Brrrr altijd tussen de kussens van de bank te graaien? Zal jullie een hoop kleingeld opleveren!;-)

    {Mowl: dat valt vies tegen.}

  5. Mocht je de zin van het leven ooit tegenkomen…

    {Mowl: dan hou ik ’m zelf.}

  6. Hoe lang duurt eeuwig tegenwoordig?

    {Mowl: ze is ons alweer vergeten, schat ik in.}

    1. Misschien moet je d’r ’ns bellen dan.

      {Mowl: en dan?}

      1. vragen of ze je nog kent natuurlijk!

        {Mowl: en dan?}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag