Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Rommelen

Wie gezag wil hebben, moet vóór alles kunnen zwijgen. Ernst Hohenemser
Wie gezag wil hebben, moet vóór alles kunnen zwijgen. Ernst Hohenemser

“Geef papa maar een handje.” zei papa al wandelend over de rommelmarkt. Het aangesproken meisje rende naar een kraampje met speelgoed.

“Kom maar bij papa.” zei papa met uitgestoken hand. Het meisje had een kleine pop te pakken.

Papa beende naar het kraampje en naar het meisje.

“Geef papa een handje! Nu!” baste hij.

[Onder de indruk stak het meisje heur handje toe. Grimmig pakte papa het beet. “Zo.” zei hij met z’n tanden op mekaar. “Da’s toch veel leuker?]

  1. kinderen…

    {Mowl: ik weet ’t…}

  2. Ik ben aardiger dan die papa tegen zijn dochtertje. Kleine meisjes zijn nu eenmaal ondeugend en als je dan meteen zo begint te bekken dan wordt zo’n kind nog bang voor haar papa.

    {Mowl: als ze dat niet al is.}

  3. Papa voelde zich wel heel onzeker dat hij een handje nodig had.

    {Mowl: ook papa’s kunnen onzeker zijn.}

  4. Zo haalt papa die mooie Pinksterdag niet eens

    {Mowl: hij heeft nog ’n tijdje.}

  5. Alles is liefde…

    {Mowl: of niet.}

  6. Zo’n papa had ik gelukkig niet

    {Mowl: gelukkig maar.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag