|
D’r was wel ’n reden voor ons bedrijfsuitje, al was me die niet helemaal duidelijk meer. Maar goed, om die reden gingen we dus met z’n allen klootschieten.
Heb je dat wel es gedaan, klootschieten? ’t Is in wezen ’n simpel spel: je hebt ’n bal en die gooi je weg. Dan loop je d’r achteraan en zoekt ’m op. En dan gooi je ’m weer verder weg. Net zolang tot je terug bent waar vandaan je vertrokken bent.
Inderdaad, ’n vrij zinloze en tijdrovende bezigheid. Maar welbeschouwd is ’n groot deel van m’n leven zodanig te bestempelen. Daar gaat ’t dus ook niet om.
Wel om dit.
Wat is nou eigenlijk de verleden tijd van dat woord, klootschieten? Ik schoot kloot? Ik klootschoot? Of nog anders: ik klootschiette misschien? En kent iemand misschien ’t participium perfecti?
[De Nederlandse Taalunie en Van Dale laten mij hieromtrent in ’t duister. Prutsers. Waar zijn ze als je ze nodig hebt?]
Plaats een reactie