“Dat ligt niet relaxt.” mompelde hij.
De jongen in de stoelen voor me had zijn capuchon over zijn hoofd getrokken en probeerde een comfortabele houding te vinden om te rusten. Op het tijdstip dat ik me naar mijn werk sleepte was hij met twee vrienden op weg naar huis.
De twee vrienden zeiden al niks meer terug. Ze hadden zich op twee andere stoelen opgekruld en waren in een zowat onmogelijke positie ingesluimerd. De jongen in de stoel voor me zuchtte en omhelsde zichzelf. Dan rustte hij zijn hoofd tegen het raam. Een paar seconden later hoorde ik hem snurken, pal door de cadans van de voortdenderende trein heen.
[Ik vroeg me af wat zijn reisdoel was. Toen ik moest uitstappen had ik hem bijna willen waarschuwen – maar hij was zo vast in slaap. Net als zijn beide vrienden. Het zou bijna onzedelijk zijn geweest als ik ze had gewekt.]
Plaats een reactie