Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


In gelid

pony's

Ook domheid heeft haar eergevoel: Ze verzet zich zelfs veel heftiger tegen spot dan ondeugd tegen berisping. Want de ondeugd weet dat de kritiek gelijk heeft, maar domheid gelooft daar niet aan. Karl Kraus (1874-1936)

“Hé!”

’n Hindoe­staanse man sprong op van ’t terras en stak zijn hand ver­manend wijzend uit naar de Marok­kaanse jongen die net z’n pasje in de geld­automaat wilde stoppen. Achter hem stond ’n rij van ’n man of tien. De jongen staakte voor­eerst z’n handeling.

“Je moet op je beurt wachten!” gebood de man. De jongen duwde z’n kin omhoog.

“Waar bemoei je je mee, ouwe?” daagde hij uit. ’s Mans hand wees langs de rij.

“Deze mensen stonden d’r al voordat jij kwam. Jij gaat aansluiten, net als ieder ander!” Het was duidelijk — dit was geen verzoek, dit was ’n gebod. De man vertrouwde op ’t effect van zijn eigen autoriteit en ging alvast weer zitten.

[En zowaar. De jongen deed ’n stap opzij en liet de eerstvolgende aan de beurt. En toen die die daarna kwam. En nog één. Tot de rij gehalveerd was. Toen liep ie weg. En geen van de wachtenden had al die tijd ’n woord gezegd.]

  1. Did you belong to the waiting crowd ?

    {Mowl: welnee. Ik keek alleen toe.}

  2. Hard to believe that you kept quiet.

    {Mowl: ik ben ’n stille, hoor.}

  3. Lef van die man

    {Mowl: hadden wij dat allemaal maar wat meer.}

  4. Zie je wel, best redelijke mensen als je ze het netjes uitlegt.

  5. Hoe weet je dat het een Hindoestaan en een Marokkaan waren?

    {Mowl: niet.}

  6. Jean d'Artagnan Avatar
    Jean d’Artagnan

    Hulde aan die man!!

    {Mowl: waren maar meer mensen zo.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag