|
In ’t voormalige kerkje brak ’n straal licht door ’t vensterglas dat, als ’n prisma, de kleuren uiteen deed breken en daarmee ’n regenboog creëerde, die eindigde op m’n schoot.
Gefascineerd en enigszins bewogen bezag ik de situatie. De betekenis ervan ontging me niet.
“De pot met goud.” fluisterde ik.
[Collega J, die naast me zat, stootte me aan. “De poot met goud, zul je bedoelde.” gniffelde hij.]
Plaats een reactie