|
Terwijl ik de twee meisjes op ’t bankje links voor me probeerde af te luisteren, viel me de jongen op die daar tegenover zat. Hij hoorde ook mee.
Op z’n schoot had ie ’n laptop, waar ie zo nu en dan ’n tekstje tikte.
Ik kon de meisjes niet verstaan — de jongen schijnbaar wel. Af en toe grinnikte ie en tikte dan weer wat. De meisjes leken ’m niet op te merken.
Ineens schoot de ontstellende ontdekking door me heen: daar zat m’n opvolger.
[’n Moment overwoog ik ’n geweldsdaad — ik ben immers nog lang niet toe aan abdicatie. Maar toen besloot ik ’m ’n plekje in m’n schaduw te gunnen. En om daar vooral te blijven.]
Plaats een reactie