Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Museumgasten

museum

Te lelijk voor het strand en te dom voor het museum. Blijf dan lekker thuis. Toon Verhoeven

De man en de vrouw stonden voor ’n schilderij van Melle. De vrouw keek peinzend, d’r wijs­vinger onder d’r kin. De man liet z’n handen hangen langs z’n lijf.

“Kom.” besloot de vrouw. “Je moet maar niet alles willen zien. Anders zitten we hier morgen nog.”

En ze beende naar de andere zaal. Met enige vertraging kwam de man achter haar aan.

[Toch had de vrouw ’n punt. De tentoonstelling in ’t museum is van zo’n overweldigende schoonheid dat ’t haast teveel wordt om in één keer te kunnen behappen.]

  1. Ze moeten stoeltjes zetten bij schilderijen.

    {Mowl: o, maar die staan d’r ook wel hoor. Nou ja, bankjes. Maar daar zitten meestal oude mannetjes op.}

    1. In sommige musea heb je banken waar je kan zitten. Maar misschien zijn de musea wel bang, als er stoeltjes staan dat de mensen helemaal niet meer weg willen gaan? 🙂

      {Mowl: die oude mannetjes, dus.}

      1. Het verbaast me dat je foto’s mocht maken.

        {Mowl: zolang je niet flitst.}

  2. Zo veel schilderijen, zo weinig tijd.

    {Mowl: je kunt niet alles.}

  3. Wij kunnen de Efteling nooit in één keer behappen.

    {Mowl: ook al zoiets.}

  4. Soms moet je meerdere keren naar een museum om alles goed op je te laten inwerken

    {Mowl: daar moet je ook niet moeilijk over doen.}

  5. Zapcultuur in een kunstmuseum.

    {Mowl: cultuur is cultuur.}

  6. Fantastische quote van Toon Verhoeven.

    {Mowl: en ook zo goed geselecteerd.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag