|
De man en de vrouw zaten in ’t Kunstcentrum op twee stoeltjes te kijken naar ’n videofilm van de één of andere artiest. Over ’n derde stoel hing de jas van de vrouw.
Zwijgend bekeken ze de beelden en zaten ze de film uit. Evenzo stil stonden ze na afloop op. De vrouw wachtte. De man wist wat ie moest doen.
Hij pakte de jas van de rugleuning en hing ’m uit. De armen van de vrouw gingen automatisch naar achteren. Geroutineerd schoof de man ’t kledingstuk bij de vrouw over haar schouders.
Zonder ’n woord te zeggen ging ’t tweetal ’n etage lager, waar de koffie-automaat staat. Met ’n vers kopje en ’n folder van dit of van dat gingen ze aan de leestafel zitten.
’t Was precies één uur, zag ik.
[Treurig, dacht ik in ’n flits. Waarom treurig? berispte ik mezelf onmiddellijk daarop. Wie weet wat mensen denken wanneer ze Brrrr en mij zien, huiverde ik.]
Plaats een reactie