|
Ik lijk wel de dorpsgek.
Heel Nederland, lees ik — ik herhaal: heel Nederland! — gaat uit z’n panty vanwege de strenge vorst. De Elfstedentocht begint schijnbaar weer ergens aan te kriebelen. We — ik herhaal: we! — vormen ’n zeldzaam homogeen volk, dat, in deze tijden van temperaturen ver onder ’t vriespunt, eendrachtig is in de gelijkwaardigheid van ’t gepeupel.
Hier openbaart zich ’t karakter van ons volk. Zo heb ik me laten vertellen. Nederlanders — ik benadruk: echte Nederlanders! — zijn geboren met doorlopers aan de voeten, vaseline op ’t gezicht en ’n schaatspak om de leden. En ik voel me de dorpsgek.
Want ik heb ’t alleen maar koud.
[Ten overvloede: ik hou niet van koud. Ik haat koud. Ik verafschuw koud. Ik walg van koud. Ben ik zo duidelijk?]
Plaats een reactie