Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Komen en gaan

pesto

Er zijn geen absolute waarheden in dit leven. De waarheden liggen niet ergens klaar om gevonden te worden, men moet ze zelf maken. Rutger Kopland (1934)

“O fijn, je bent d’r nog!” bracht ik uit toen ik thuiskwam. Ik was die ochtend door m’n schoon­vader opgehaald voor ’n klusje aan z’n computer en daarna weer fluks thuisgebracht. Nog net op tijd — want Brrrr stond op ’t punt naar z’n werk te gaan.

“Ja.” zeidie, “Ik ben d’r nog, maar ik wou da’k al weg was.” Die op­mer­king kwam als ’n onaangename ver­rassing.

“Hè?” zei ik.

“Jazeker.” zei Brrrr. “Nu jij d’r weer bent heb ik geen zin meer om te gaan.”

[Schattig hè? Gelukkig maar dat ie kort daarop naar z’n werk moest, anders was ’t nog erg klef geworden.]

  1. Nee, is niet klef… is lief!

    {Mowl: klef lief dan.}

  2. Moet je opletten: kom je er vanavond achter dat ie iets van je nodig heeft… vast! 😉


    {Mowl: o, wat denk je slecht van m’n vent. Ken je ’m soms?}

  3. Is klef. Maar klef moet. Klef doet je goed!

    {Mowl: met mate dan toch.}

  4. Ik zal die tekst ook een keer bij Anton gebruiken. Kijken of hij hem vat…

    {Mowl: wat vat?}

    1. De tekst. Begrijpt.

      {Mowl: ik plaagde maar wat.}

  5. Heel lieve reactie eigenlijk

    {Mowl: jawel, toch?}

  6. mooi klef is niet lelijk

    {Mowl: die zin klopt ook als je
    klef weghaalt. Grappig, hè?}

  7. Wat een schattig stel zijn jullie toch.

    {Mowl: grappig, dat vinden wij dus ook.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag