Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Vreemdgaan

machiel braaksma

Kunst is schoonheid en waarheid. De waarheid is niet altijd schoon. Georges van Acker (1919)

“Kijk, dat vind ik nou eng.” zei ik en stootte Brrrr aan. ’n Honderd­tal meters voor ons wandelde ’n man in ’n korte broek. Toe­ge­ge­ven, als ’t zich hier om ’n jong, ge­bruind en ge­spierd exem­plaar had ge­handeld was m’n oordeel waar­schijn­lijk ’n stuk po­si­tie­ver geweest. Maar ’t grijze haar, de bleke, perka­ment­achtige huid en de knokige beenderen beslisten ’t oordeel in ’s mans nadeel. Bovendien sneeuwde ‘t.

Deze doet anders ook ’n gooi naar de titel.”zei Brrrr. Hij knikte naar de dikkige man die in ’n nauw­sluitend, helblauw lycra sport­pakje in de richting van de oudere man rende.

[Even dachten we aan de mogelijkheid dat de korte broek uit ’n inrichting was ontsnapt en dat lycraman ‘m kwam terughalen. Maar lycraman rende de korte broek gewoon voorbij. Jammer.]

  1. Both seem escapees from
    the happy farm to me.

    {Mowl: knettergek, zou Wilders zeggen.}

  2. Hé, een opblaaspauw.

    {Mowl: nee, ’n bouwpakketpauw.}

  3. Wel of niet helemaal goed…

    Ze doen het toch maar mooi!

    {Mowl: maar waarom?}

  4. Gelukkig zijn we in dit land vrij om te dragen wat we willen

    {Mowl: zo blij was ik d’r anders niet mee.}

  5. Wat doen die mensen zich toch aan?

    {Mowl: snap jij ‘t, snap ik ‘t.}

    1. Om maar niet te spreken over wat ze René aan doen.

      {Mowl: ach, ik had weer ’n stukje.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag