|
Ojee! dacht ik toen ik op de winkelwagentjesparkeerplaats kwam en d’r alleen ’n in de wind bungelend kettinkje zonder steeksleuteltje aantrof. Wat nu? Lichte, maar controleerbare, paniek maakte zich van me meester. Niemand zou d’r iets van merken, besloot ik stoer.
Dus keek ik links en keek ik rechts, zonder dat d’r zich een oplossing aandiende. Dus keek ik nog es links. En rechts. En ineens voelde ik m’n voorhoofd fronsen. ’t Linker ooglid trok ’n beetje en m’n lippen begonnen te trillen. Ik kreeg jeuk aan m’n oorlelletjes. Allebei de lelletjes — terwijl ik nota bene twee volle boodschappentassen vasthield en d’r ’n leeg karretje voor me stond. Ik voelde me triest en wilde huilen. Op dat moment kwam d’r iemand van de winkel naar buiten — met ’n winkelwagentje.
“Alstublieft, meneer.” zeidie beleefd terwijl ie ’t vehikel op z’n plek zette. “Hopelijk heeft u niet te lang moeten wachten.” Hij glimlachte vriendelijk.
“Och.” zei ik. “Ik raak niet zo snel ontdaan.”
[En geroutineerd duwde ik m’n karretje in de rug van ’t andere wagentje. Daarna stak ik ’t lipje ervan in m’n gleuf om m’n muntje te bevrijden. Ik had ’t idee alsof de winkelbediende me grijnzend stond te bekijken.]
Vanaf vandaag vind je Mowl ook elke week op Arnhem Direct.
Plaats een reactie