Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Hé-ho!

carnaval

Het leven is geweldig. Het is beroerd dat je iedere dag werken moet, maar verder is het een feest. Gerard Reve (1923-2006)

“Ojee.” zei Brrrr. Ik liep naar ‘m toe.

“Wat is ‘r?” vroeg ik. Hij stond voor ’t raam en keek naar buiten.

“De over­buur­jongen.” knikte Brrrr. “Kijk.” Ik keek.

“Verrek.” zei ik. Ik zag de vriendin van de over­buur­jongen met daar­achter de over­buur­jongen zelf — zij ver­kleed als dwerg en hij als Sneeuw­witje. De vrien­din zag ons ’t eerst en zwaaide vrolijk. Over­buur­jongen zelf keek meer be­trapt. Hij grin­nikte licht gegeneerd en wapperde wat on­ge­mak­ke­lijk met z’n hand. Snel stapten ze dan hun auto in en reden weg.

“Verrek.” zei ik nog maar es.

[De volgende ochtend waren de gordijnen nog open. “Niet thuis­gekomen.” zei Brrrr. “Zeker de pompoen vergeten.” zei ik.]

  1. Why always search for a deeper
    meaning of the things you see ?
    They were just being practical.
    Snow white can hardly be smaller
    than the dwarf.

    {Mowl: met carnaval mag alles.}

  2. Botsing der beschavingen?

    {Mowl: beschavingen?}

    1. Which civilizations ?

      {Mowl: dat zeg ik.}

      1. I said it first.

        {Mowl: goed zo.}

  3. Ik snap het ook niet hoor, die verkleedpartijtjes.

    {Mowl: vroeger wilde ik vaak iemand anders zijn, tegenwoordig alleen nog maar mezelf.}

  4. Wat carnaval betreft is Arnhem toch een beetje de Twilight Zone.

    {Mowl: en dan zeg je ’t nog netjes.}

  5. Ze zullen het wel erg gezellig hebben samen

    {Mowl: ik vrees van wel.}

  6. Pompoen, dat is toch Assepoester?

    {Mowl: dat verklaart ’n hoop.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag