Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Achtergebleven

Kwaad is datgene wat men van anderen denkt. Het is een zonde kwaad van anderen te denken, doch zelden een vergissing. Henry Louis Mencken (1880-1956)

Achter mij liep Kim, maar dat wist ik toen nog niet. ’t Enige wat ik zag was ’n vermoeid-ogende herders­hond die traag achter d’r baasje aan­liep. ’t Baasje dat al meters verder voor ons uit ging, al bel­lend met z’n mo­biel aan ’t oor. Toen ’t ge­sprek was af­gerond draaide ie zich om en riep, licht geërgerd: “Kom op Kim, niet zo sloom!” — ik had meteen ’n hekel aan de vent.

Ik vertelde Brrrr over de scène en in plaats van dat ie met mij ver­ont­waar­digd was over ’t ge­brek aan mede­dogen van de man, vroeg ie: “Had ’t baas­je ’n kaal­geschoren kop­pie?”, wat ik be­aamde.

“Oh,”  zei Brrrr, “da’s dat trage beest van ’t Bezoekerscentrum. Kim. Niet vooruit te branden.”

[“Oh.” reageerde ik teleurgesteld. Daarmee had Brrrr m’n stukje om zeep geholpen. Soms is de waarheid ongewenst gezelschap.]

  1. Most of us have been in
    Arnhem already, I
    suppose.

    {Mowl: cynisch?}

    1. No, just observant.

      {Mowl: juist ja.}

  2. Beestje zal wel erg oud zijn

    {Mowl: acht.}

  3. Mensen zijn ook wel eens niet vooruit te branden.

    {Mowl: die slome, bedoel je?}

  4. Sommige honden verdienen niet het voordeel van de twijfel.

    {Mowl: en waarom is dat?}

  5. Het is bij de honden af.

    {Mowl: tja.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag