Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Vrijheid

kuiken
Alle geluk is een stuk onschuld. Marguerite Yourcenar (1903-1987)

Verwaand, zelf­ingenomen, op­geblazen en pom­peus — met de super­latieven van deze adjectieven wandelde — nee, flaneerde ik door de ge­jaagde stad.

Wat heerlijk, dacht ik, dat ik hier zo in alle rust kan lopen. Er ontsnapte me ’n flauwe zucht. Geen hand­tekeningen­jagers, flits­fotografen of anderen die zich aan m’n faam zouden willen schurken. Nog niet.

Ik keek naar de on­kundigen, die ge­haast hun wegen ver­volgden. Ik kon ’n glim­lach niet onder­drukken.

Ze moesten es weten.

[Zo af en toe ben ik zo intens tevreden met mezelf, dat ik me niet kan voorstellen dat ik dat nog lang alleen voor mezelf kan houden. Nou ja, voor mezelf en Brrrr dan. Goed dan: voor mezelf, Brrrr en jullie. Jullie boffen maar.]

  1. We hebben het met elkaar getroffen, jij, Brrrr en wij.

    {Mowl: waar zouden we zijn zonder mij?}

  2. Do you also suffer
    from that disease ?
    Don’t worry,
    time will cure it.

    {Mowl: nee toch?}

  3. geniaal!

    {Mowl: braaf.}

  4. Nou en of.

    {Mowl: kijk.}

  5. Geniet nog wat van je rust … voor je het weet ben je bekend en is het helemaal om zeep 😉


    {Mowl: ik weet ‘t, ik weet ‘t.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag