Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Na sowass!

Een auto met een Duits kenteken reed me tegemoet. De chauffeur claxonneerde en stopte de wagen langs de weg. Het raampje ging open en ik herkende het hoofd van D de dakdekker. Een paar jaar geleden had hij ons dak gedekt. Sindsdien was hij buitengewoon vriendelijk als hij me zag.

“Hoe is het?” vroeg hij.

“Goed. Dank je.” zei ik. “Is die auto van jou?” D knikte.

“Je zult je niet populair maken, met zo’n kenteken.” Het was als grap bedoeld. Het gezicht van D verstrakte.

“Mijn vader is Duitser,” zei hij. “En mijn grootvader is zelfs gesneuveld in Stalingrad.” Dat was duidelijk geen grap.

“O.” mompelde ik.

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag