|
“De jongen heeft maar tien minuten pauze.” trok Brrrr me weg. “Hij wil nu ’n ijsje eten.” Hij had gelijk.
“Oja.” zei ik dus plichtmatig. Hopelijk klonk m’n teleurstelling door in m’n stem.
Toevallig — nou ja, niet echt, want we wisten dat ie d’r daar en dan moest optreden — waren we Willemwiebe weer es tegen ’t lijf gelopen. In ’t pretpark met ’n band. Verkleed als ’n mengeling van ’n middeleeuwse prins (wat ie maar zo zou kunnen zijn) en ’n troubadour (wat ie dus al is) speelde die daar z’n mooiste tonen.
Na ’t blokje muziek kuste hij ons en stelde ons voor aan de leden van de groep. En ik begon te vragen. Te lang al hadden we mekaar niet meer gezien. Maar Brrrr moest de wijste weer es zijn.
“Oja.” zei ik daarom nog maar es.
[Als surrogaatvader van de prins-troubadour moet ik nu genoegen nemen met ’t filmpje dat ik van ‘m had gemaakt. Zouden er praatgroepen zijn voor mensen zoals ik?]
Plaats een reactie