Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Verfijnd

Zij die, na hun werk, de frisse avondlucht inademen, weten dat lucht het zoetste is wat de wereld kent. Charles-Louis Philippe
Zij die, na hun werk, de frisse avondlucht inademen, weten dat lucht het zoetste is wat de wereld kent. Charles-Louis Philippe

“Wat spelen jullie dan?” vroeg ik. Buurjongen Ties was naast me op de bank in de voortuin komen zitten. Hij haalde zijn schouders op.

“Gewoon.” zeidie. “Andere Ties is de Taliban en Kick de Amerikanen en Floris-Jan James Bond en ik Robin Hood.”

“O.” zei ik. Ik liet de informatie even op me inwerken. “En dan schieten jullie op elkaar?” Ties knikte.

“Zo.” zei hij en richtte met zijn vingers op een denkbeeldig doel. “Pouw!”

“Mmm.” knikte ik hem na. “En hoe weet je of je iemand geraakt hebt?”

“Gewoon.” zei Ties. “Als je goed geschoten hebt.”

“O ja.” zei ik. “Natuurlijk.” Weer was het even stil.

“Met een verfpistool zie je het nog beter.” overwoog ik. Ties knikte. “Maar dat vindt je moeder vast niet goed.” was ik bang. Ties schudde zijn hoofd.

“Denk het ook niet.” zeidie.

[Zo zaten we nog even naast elkaar tot Ties moest eten. “Dag.” zei hij. “Dag.” deed ik. Dat verfpistool was eigenlijk best een goed idee, vond ik.]

  1. Ach, Ties mag over een paar jaar naar Uruzgan in de hoop dat er dan nog échte Taliban-strijders zullen zijn.

    {Mowl: ik dacht dat we geen dienstplicht meer hadden.}

  2. Ties-Ties en Floris-Jan. Wat een sjieke buurt. Of schrijven jullie chique?

    {Mowl: ’t zijn twee aparte Tiesen. En wij schrijven chic.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag