Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


De dans ontsprongen

De mens die in een crisis verkeert, vertrouwt vaak niet meer op een gesprek, omdat de belangrijkste voorwaarde daartoe - het vertrouwen - voor hem teloor is gegaan. Martin Buber
De mens die in een crisis verkeert, vertrouwt vaak niet meer op een gesprek, omdat de belangrijkste voorwaarde daartoe – het vertrouwen – voor hem teloor is gegaan. Martin Buber

Ze was het meisje van de klas dat altijd danste. Ik weet niet meer hoe ze heette, maar Beatrijs dringt zich aan me op – niet haar echte naam, geloof ik, maar wel passend.

Na school werd ze afgewezen voor de balletacademie. Om toch haar huur te kunnen betalen is ze hoer geworden.

Dat weet ik, omdat een ander klasgenootje (van wie ik de naam ook kwijt ben en waarvoor ik niet zo snel een substituut heb) bij haar in het ziekenhuis kwam te liggen. Beatrijs had een vleesboom. Of dat door haar werk kwam, weet ik niet.

“Zo zie je mekaar nog eens.” had ze gezegd, toen ze hun gezamenlijke schoolverleden hadden ontdekt.

[Het stoort me nog het meest dat ik beider namen niet meer weet. Ik zou totaal ongeschikt zijn voor Klasgenoten.]

  1. Nee, dan val je genadeloos door de mand. Hoewel het als iemand hoer is geworden, meer iets is voor de Reünie.

    {Mowl: met d’r klanten?}

    1. Nee, met Rob Kamphues.

      {Mowl: maar natuurlijk.}

  2. Wie was die presentator ook alweer… Niet Robert, maar die eerste…

    {Mowl: Koos — ’n Groot Uur U — Postema.}

    1. Dat weet je dan nog wel 😉


      {Mowl: verrek.}

  3. Klasgenoten? Ik heb destijds nooit van mijn klas genoten.

    {Mowl: nee? Da’s nou sneu.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag