Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Op de gok

bril

Wij zijn de woeste wolven. Wij lachen om de oude beschimmelde gefortuneerde heren, die zorgvuldig de verf van hun vingers wrijven, hun bedroefde bril oppoetsen, sterven. Jan Cremer (1940)

Ik wissel tegenwoordig. M’n bril was namelijk op.

Multifocaal — weet je wel wat dat kost, multifocaal? Ik had ’n slim besparingsplan bedacht. Opticienjongen hoorde ’t zwijgend aan.

“Doe mij maar ’n gewone goedkope bril.” zei ik. “Zonder toestanden. Dan koop ik d’r wel zo’n leesbrilletje bij. Van de markt ofzo.” Ik zag opticienjongen bedenkelijk kijken, maar daar had ik op gerekend.

“Uh!” maande ik. “Zo wil ik ’t en zo zal ’t gebeuren.” Ik was trots op m’n stellige standvastigheid. Opticienjongen gehoorzaamde.

En dus wissel ik nu. Bril op en af. De ganse dag door.

Man, wat ’n gedoe.

[Ik mag terugkomen als ik spijt heb van m’n keuze. Dat heb ik. Maar terugkomen — o nee.]

  1. Al eens multifocale lenzen uitgeprobeerd? Dat is pas echt praktisch 🙂


    {Mowl: lenzen kunnen niet met mij overweg.}

  2. Mijn moeder was precies als jij. Nu ze een multifocale bril heeft, heeft ze spijt dat ze niet eerder zo’n bril heeft opgezet.

    {Mowl: dan is je moeder juist niet als ik. Ik had ’n multifocaaltje en heb spijt dat ik nu ’n andere bril heb opgezet.}

    1. Ah. Dat wist ik niet.

      {Mowl: internet verraadt blijkbaar niet alles.}

  3. Toch niet zo een met een touwtje mag ik hopen?

    {Mowl: tuurlijk niet. Dat heb ik d’r apart bij moeten kopen.}

  4. Maar je hebt wel gewonnen!

    {Mowl: mij manipuleren ze niet meer.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag