|
Op de oprit stond ’n politieauto geparkeerd. Achter ’t stuur zat ’n agent zonder pet. Twee kinderen stonden op enige afstand te kijken wat ie aan ’t doen was. Op de drempel van ’t huis hield ’n vrouw alles in de gaten.
“En nu?” riep de agent. Hij drukte op ’n knopje. ’t Blauwe zwaailicht ging aan. De kinderen sprongen jubelend op en neer.
“Ja!” riep de vrouw opgetogen. “Nou doet ie ‘t!” Tevreden raapte de agent z’n pet van de stoel naast ‘m en zette die op z’n hoofd.
“Mooi.” zeidie terwijl ie uitstapte en naar de vrouw liep. Hij gaf d’r ’n zoen op de mond. “Dan moet ik nu gaan.”
[De twee kinderen gingen naast de vrouw staan en zwaaiden de man uit die weer terug de politieauto instapte en wegreed. Zonder zwaailicht.]
Plaats een reactie