Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Goed

Onregelmatig verschijnt ze in het straatbeeld. Op een krukje, gitaar op de knieën. Ze zingt onverstaanbaar. Het lijkt indiaans gezang — maar het kan net zo goed een zelfverzonnen taal zijn.

Voor haar op straat ligt een open foedraal. Daarin enkele munten. Ik heb nog nooit gezien dat voorbijgangers blijven stilstaan en haar geld geven. Maar volgens mij gaat het haar ook niet om het geld.

Ze moet daar zitten. Op dat krukje. Haar gitaar spelen en haar lied zingen. Niet elke dag, maar wanneer ze vindt dat het moet.

Ze speelt en zingt in de eerste plaats voor zichzelf. Maar eigenlijk ook voor ons — de voorbijgangers die nooit stilstaan. Haar lied is wellicht een medicijn tegen een ziekte waar we ons nog niet eens van bewust zijn.

[En mocht er es iemand wat kleingeld kunnen missen, is dat altijd mooi meegenomen.]

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag