Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Quadragesima

Wie op z'n veertigste geen mensenhater is, heeft de mensen niet lief gehad. Nicolas Chamfort
Wie op z’n veertigste geen mensenhater is, heeft de mensen niet lief gehad. Nicolas Chamfort

Er waren er op dat vroege uur nog die niet naar bed waren geweest.

Over het door kou en arbeidsethos geplaagde perron klonk opeens een gil. De bedaagde reizigers leken niet te reageren. Pas na herhaling en uitbreiding van het rumoer keek een enkeling op.

Een viertal jongelingen was het platform opgewandeld – nou ja, gewandeld: eerder gelaveerd. Het was een opmerkelijk kwartet: gekleed in felgekleurde wambuizen en hozen en met daarover een openhangende winterjas. Op de gezichten waren sporen van schmink. De jongens liepen, de armen over elkaars schouders, langs de zojuist binnengebrachte trein. Zo nu en dan klopte er eentje op het venster van een coupé. Dan zwaaide die of riep iets onverstaanbaars. Uiteindelijk liep het groepje een treinstel in. De deuren sloten zich onmiddellijk, als de kleppen van de zonnedauw. De rust herkeerde.

[Zo, dat was dat, dacht ik, blij dat ze niet mijn wagon hadden uitgekozen.]

  1. Totaal onschuldig, toch?

    {Mowl: volslagen.}

Plaats een reactie

Ontdek meer van Mowl

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag