Aan haar gezicht was al duidelijk af te lezen hoe ze zich voelde. En voor wie volledig van empathie verstoken was, maakte ze het zelf nog even duidelijk.
“Ik ben vreselijk chagrijnig.” zei ze. “Alles gaat mis vandaag. Er kwam koud water uit de douche, het brood was oud, een file tot Tokio en kom ik op mijn werk, ben ik mijn leesbril vergeten.” Ze vernauwde haar ogen. “Deze dag komt echt niet meer goed.”
“Kom, kom.” grootvaderde ik. “Er zal heus wel iets positiefs te melden zijn, toch?” De vraag ontlokte een spoor van een glimlach.
“Ja.” zei ze. “Mijn man. Hij zei Ik hou van jou, vanmorgen.”
Nog voor ik Zie je wel had kunnen zeggen, verstarde het gezicht weer.
“Maar verder is alles klote.” zei ze.
[“Heeft je man toevallig ook gezegd waarom hij van je houdt?” vroeg ik.]
Plaats een reactie