|
“Eigenlijk is Den Haag onze stad.” zei Brrrr na ’n weekeinde Des Indes, Tong Tong, bitterballen en brocante. Ik kon ’t alleen maar beamen, terwijl de spoorwegen ons steeds verder wegvoerden. Met iets van weemoed kwamen we thuis.
“Zullen we naar ’t Nationaal Concert gaan?” stelde ik voor. Op ’n steenworp afstand speelden ’t Koninklijk Concertgebouworkest en Wouter Hamel. Met ’n flesje rosé nestelden we ons tussen de talloze anderen. Na Händel en Piet Hein en nadat ’t jongetje Romijn weer terug was gevonden zuchtten we es diep boven op de Hartjesberg.
“Eigenlijk is Arnhem ook onze stad.” zei ik. Brrrr kon ’t alleen maar beamen. En dit keer voerde niets of niemand ons nog weg.
[“Arnhem is toch ’t Haagje van ’t Oosten?” zei één van ons. En zo is ‘t.]
Plaats een reactie