Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Reflectie

spiegel
De spiegel heult met de tijd. Kadé Bruin

“Als je in de spiegel kijkt, kijk je eigenlijk in ’t verleden.” filosofeerde ik. “Omdat ’t even duurt voordat ’t licht je bereikt.”

Brrrr bladerde onaangedaan door z’n tijdschrift. Ik deed ’n stapje achteruit.

“Dus als de spiegel verder weg is kijk je ook verder terug in de tijd.”

Brrrr sloeg nog ’n pagina om. Ik ging op ’t bed zitten.

“Maar wat,” ging ik verder, “als d’r twee spiegels tegenover mekaar staan?” Ik zwaaide met m’n armen door de hotelkamer. “Net als hier.” Aan weerszijden hingen twee spiegels. Ik zag mezelf in veelvoud.

Brrrr keek nauwelijks op. Ik ging naast ‘m op ’t bed liggen, m’n armen gevouwen onder m’n hoofd.

“Denk je toch es in,” peinsde ik, “als ’n beeltenis oneindig gespiegeld wordt — dan kun je dus ook oneindig in ’t verleden zien.”

Ik ging op m’n knieën op ’t bed zitten en probeerde naar ’t begin der tijden te kijken. Brrrr sloeg ’t magazine dicht.

“Goed dan.” zeidie. “Laten we maar es naar ’t verleden kijken.”

[Even later liepen we over de brocante-markt voor ’t hotel.]

  1. I wonder what your
    psychiatrist would
    make of this.

    {Mowl: m’n psychiater is niet wijs.}

  2. Er is geen speld tussen te krijgen hoor. Wel tussen de spiegels, maar niet tussen de redenering.

    {Mowl: nietwaar?}

  3. Op een dag bouw je je eigen tijdmachine

    {Mowl: waarom zou je? Heb je geen spiegels?}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag