Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Zon en zand, bier en bitterballen

noordzee
Leven: surfen op de toppen van het toeval. Kris Jan Jacobs

Vanaf ’t paviljoen hadden we ’n ongestoord uitzicht over ’t strand. Drie surfers droegen hun planken langs de branding. ’n Bootje voer even uit de kust. De zon kietelde op de huid, de wind was stevig maar aangenaam.

Ik legde m’n benen op de balk onder de tafel, net zoals Brrrr had gedaan. Naast ons lag ’n man te slapen in de kussens van de loungebank. ’n Vrouw was druk in de weer twee kinderen in ’t gareel te krijgen. Af en toe duwde ze de man wakker en zei iets tegen hem. De golven overspoelden haar stem. De man opende even z’n ogen en sloot ze dan alweer snel. ’t Meisje van ’t paviljoen bracht biertjes en bitterballen. Ik pakte ’t glas en glimlachte.

“’t Leven is goed.” zei ik.

[Brrrr antwoordde niet. Hij genoot alleen maar. En daarmee ik nog meer.]

  1. Get off your bums,
    drop your dacks
    and go for a dip.

    {Mowl: en nat worden?}

  2. Drie jongens met surfplanken. Meer heb je niet nodig.

    {Mowl: ik ken die filmpjes.}

    1. Te winnen op een komende MWM?

      {Mowl: nee, m’n moeder is d’r bij.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag