|
En ineens was Pim oud geworden.
Bijna wou ik ongemerkt schrijven — maar dat is natuurlijk niet zo. We hebben alleen de laatste jaren in staat van ontkenning verkeerd. Maar nu kunnen we d’r echt niet meer om heen.
Pim is mager geworden, stram en kijkt dof uit de ogen. ’t Leven lijkt ‘m steeds moeilijker te vallen. ’t Liefst slaapt ie de hele dag, maar tegelijk is z’n lichaam te knokig om lange tijd op dezelfde plek te liggen.
Brrrr zegt wat ik denk, maar niet wil uitspreken.
“Ik ben bang dat we binnenkort afscheid van ‘m moeten nemen.”
[Ik zeg niks. Ik streel ‘m nog maar es. Ik ga je zó missen, denk ik.]
Plaats een reactie