Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Ochtendstond

Je moet aanvaarden dat je soms de duif bent en soms het standbeeld. Claude Chabrol
Je moet aanvaarden dat je soms de duif bent en soms het standbeeld. Claude Chabrol

Er zat een vrouw tegenover me de lippen te stiften in het wachthokje op het perron.

Haar glorietijd moest al even achter haar liggen. Ze toonde ook geen behoefte om dat te verbergen. Het jurkje dat ze droeg keek aftands en gedateerd. In de gauwigheid meende ik koffievlekken of zoiets te herkennen. Door de geverfde haren heen begon een gelige zilvertint terug te tonen. De huid was grauwig en gerimpeld. En zelfs de lippen, die nu waren opgekalefaterd, hingen er troosteloos en eenzaam bij.

Even verderop zat een donkere jongeman met stralende ogen, de opgebolde armen rustend op de rugleuning van de bank, de robuuste benen wijd en stevig geplant op de vloer.

Dan kijk ik daar wel naar, dacht ik.

[Toen reed de trein voor. En anders komt ie nooit op tijd, rouwde ik.]

  1. Ze moeten gewoon begrijpen dat ook een DutchDress een houdbaarheidsdatum heeft…

    {Mowl: dat heb ik even moeten opzoeken.}

  2. Ik zie het heleemaal voor me. En ik zou hetzelfde doen. Het kijken én het rouwen.

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag