Het was weer een avontuurlijk dagje, gisteren.
We moesten naar de rand van de stad, om bij de sanitair-gigant meubilair voor onze nieuwe badkamer en toilet uit te zoeken. Om bij te komen van de kou stopten we op de terugweg bij een winkelcentrum waar Jumbo en Lidl gezusterlijk een pand hadden betrokken.
De parkeerplaats voor het gebouw was bijna volledig bezet, de fietsenstalling zo goed als leeg. Winkelwagens reden af en aan, voortgeduwd door nors kijkende exemplaren van Dat Soort Volk.
Het was ons al eerder opgevallen: DSV praat niet, maar schreeuwt. Deze mensen schijnen in een voortdurende staat van ruzie te verkeren. Zo niet met elkaar, dan toch wel met iedereen die hun pad kruist. Een ontmoeting met DSV maakt ons waakzaam en voorzichtig. We wensen er in elk geval niet mee aan de stok te krijgen. Ook wij kijken SBS en zijn dus gewaarschuwd.
DSV’ers liepen af en aan, onderwijl mopperend en razend. Ze gingen niet voor mekaar opzij, maar duwden gewoon door. Andere mensen schenen in hun optiek niet te bestaan. We deden ons best zoveel mogelijk van hen tijdig te ontwijken. Intussen waanden we ons op safari.
-„Gewoon voor je kijken.� sisten we in alle overbodigheid tegen mekaar. „Niet opvallen.�
In een recordtempo doorkruisten we eerste de ene, daarna de andere supermarkt — het hart kloppend in onze keel. Daarna snelden we terug naar waar onze fietsen stonden. Met een zucht van verlichting spoedden we ons van deze plek. We waren er zonder kleerscheuren van af gekomen.
[-„Was je levensmoe?� informeerde Brrrr later, toen we veilig op de fiets zaten.
-„Hoezo?� Ik was me van geen kwaad bewust.
Brrrr keek me meewarig aan.
-„Je had de hele tijd een glimlach op je gezicht.â€? verklaarde hij. „Da’s gevaarlijk, hoor!â€?
Ik rilde. Van de kou en de gedachte wat er had kunnen gebeuren.]
Plaats een reactie