Cicciolina is weer geweest. Maar deze ontmoeting eindigde anders dan we konden denken.
Na de vorige keer spraken we Buurvrouw M aan over de nachtelijke bezoekjes van haar jongeheer. Tot onze verbazing ontkende ze nu dat hij het kon zijn geweest.
-„Hij is altijd bij mij.� zo zei ze. „En ik heb bovendien een andere zwart-witte kat zien lopen.�
-„Goed,� zeiden we tegen elkaar, „Als het Cicciolina niet is, kunnen we de volgende keer dat ie komt, het dier vangen en naar een asiel brengen.� We zetten een reismandje klaar op de slaapkamer.
In de nacht dat zware regenval de sneeuw begon te verdrijven, hoorden we ineens Miesje grommen. Kort, maar duidelijk. Alsof het was afgesproken knipte Brrrr het licht aan, terwijl ik uit bed sprong om de stalkende kat te zoeken. Ik vond hem snel, weggedoken tussen het gordijn en de slaapkamerdeur. Hij probeerde te vluchten, maar ik kreeg hem nog net te pakken aan zijn staart. Ik trok hem naar me toe.
Op dat moment had ik verzet verwacht — of op zijn minst gekrijs. Maar niets van dat. De jonge kat liet zich moeiteloos naar me toe trekken. Toen ik hem in het nekvel pakte, voelde ik hoe door-en-door nat hij was. Moeiteloos liet het dier zich in het reismandje duwen. Hij leek zich overgeleverd te hebben aan wat zou kunnen komen.
-„Gaan we het echt doen?� verwoordde Brrrr de vraag die ook in mij opkwam. Ik aarzelde.
-„Hou jij het deurtje vast, dan haal ik de camera.� zei ik. „Dan kunnen we buurvrouw M laten zien dat het wel degelijk Cicciolina is.�
Ik haalde het toestel. Terwijl Brrrr met één vinger het deurtje tegenhield, drukte ik af.
Flits!
De kat in de kooi schrok van het korte felle licht. Hij drukte zich tegen de achterkant aan. Ik keek op het venstertje. Verdraaid! Het kopje van de kat was niet te zien. Ik moest nog een foto maken.
Ik probeerde de zichtbare angst van het dier te negeren en drukte nog een keer af.
Flits!
De paniek van het dier was voelbaar. Nu had ik het toestel bewogen, waardoor alleen de onderkant zichtbaar was. Maar ik wilde hem niet nòg banger maken.
-„Laat hem maar gaan.� zei één van ons.
Het deurtje werd geopend en de kat vluchtte, als een speer zo snel en zo stil, door de deur naar buiten, de daken over.
[Zwijgend kropen we weer het bed in. Brrrr deed het licht uit. Buiten hoorden we de regen. We hebben slecht en schuldbewust geslapen.]
Plaats een reactie