Mowl

Als ik niet leef, ga ik dood.


Zondag

verkeer
Wij kunnen met zekerheid stellen dat het middelpunt van het heelal overal en de omtrek nergens is. Giordano Bruno (1548-1600)

“Zullen we gansjes voeren?” vroeg de één de ander tussen twee buien in. Dus zo kwam ’t dat we even later in de regen naar ’t park liepen.

“’t Is Open Monumentendag.” wisten we ineens weer. En daarom liepen we maar door naar de stad. Mensen in atletiek-kleren kwamen ons tegemoet gerend.

“O ja, die hardloopwedstrijd is ook vandaag.” knikten we. ’t Begon steeds harder te regenen.

“Ik ga thuis tapas maken.” doorbrak Brrrr de nietserigheid. “We gaan terug.”

“Ik dacht dat je ’t nooit zou zeggen.” mompelde ik onder de paraplu.

[Thuis was ’t heerlijk naar buiten kijken en d’r niet meer uit te hoeven.]

  1. Tapas, mmmm, sounds
    delicious, but I don’t know
    how to make it.
    Can’t you try to get Brrrr
    to give us the recipe ?

    {Mowl: ik zal ‘m es lief aankijken.}

  2. Ooh, zo’n dag….

    {Mowl: lekker, hè?}

  3. Hopelijk stond het dak niet open.

    {Mowl: die gaat vanzelf dicht.}

  4. Bijzonder woord ‘nietserigheid’. Het is niet ‘niets’, wél ‘iets’ Een soort van ‘net niet’ of’ ‘bijna wel’ misschien. Ga ik even over nadenken.

    {Mowl: Van Dale weet d’r ook al geen raad mee.}

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag