|
“Iek!” gilde het meisje, dat meteen achter haar grotere broertje kroop. Met angstige ogen keek ze naar het grommende vampierachtige wezen aan het riempje van een sjiekige dame.
De vrouw glimlachte zo vriendelijk mogelijk.
“Wees maar gerust, mijn kind,” probeerde ze de angst van het meisje – en enigszins dat van haar broertje – te sussen, “Hij heeft nog niet iemand iets gedaan. En ik heb hem stevig vast.” Om dat te benadrukken trok ze even aan het riempje.
“Grr!” deed de hond. Zijn scherpe hoektanden lagen strak afgetekend achter zijn opgetrokken lippen. Het broertje deed nu ook een stapje naar achteren.
“Hij is dol op kindjes.” zei de vrouw die blijk gaf de omstandigheden slecht in te schatten. De kinderen draaiden zich om en renden gillend weg.
[Door de plotselinge actie werd een nog groter beroep gedaan op de waakzaamheid van de hond. Hij wilde de kinderen achterna en trok de riem strak. De dame probeerde de zich schor blaffende hond te kalmeren.]
Heeft plots een Cruella-achtig beeld van die vrouw voor ogen. ’t Was toch zo geen hé?
{Mowl: nee. En de hond was geen dalmatiër.}
Dus toch een hondje. Dacht even dat het ging om zo’n kale kat waarbij je de zon door de organen heen ziet schijnen. Paar zwarte tandjes erin en je hebt m’n favoriete huisdier.
{Mowl: ik zie ze soms de straatkrant verkopen.}
Typisch geval van slechte opvoeding.
{Mowl: de vrouw, de hond of de kinderen? Niet ik, toch?}
Nee, niet jij. De hond.
{Mowl: gelukkig.}
Daarom hoeven poezen niet aan riempjes…die hebben dat gedrag niet nodig!
{Mowl: die grommen ook niet. Behalve Miesje dan.}
de server is je vanochtend weer goed gezind?
{Mowl: ik weet me te redden.}
de server is je vanochtend weer goed gezind?
{Mowl: ik weet me te redden.}