|
De avond is gevallen. De gordijnen zijn dichtgetrokken. In onze pyjamaatjes zitten we samen op de bank. Knus.
Brrrr strijkt over mijn knie.
“Wat ben ik toch dol op je.” glinstert hij. Ik glimlach.
“Ja.” zeg ik.
“Wat: ja?” vraagt Brrrr, nog steeds glunderend maar een tikje verbaasd.
“Natuurlijk ben je dol op me.” zeg ik allerliefst. “Dat zou ik ook zijn. Je mag je handen dichtknijpen met iemand als ik. Nou. Poeh.” Ik knik er bij.
Brrrr trekt zijn hand los van mijn knie. Hij fronst.
“Je kunt ook overdrijven.” zegt hij.
[“Wat nou?” zeg ik. “Wat nou? Ik geef je alleen maar gelijk.” Brrrr slaat zijn armen over mekaar en kijkt stuurs voor zich uit. Ik zucht. Mannen.]
Pfff geef ik je nou eens gelijk is het ook weer niet goed!
Mannen!!!
{Mowl: zeg ik.}
Jaartal tegen Keukenprins:
‘ Schat ik hou enorm van je’
Keukenprins:
‘ Ik ook’
Jaartal kijkt stuurs voor zich uit.
‘ Mannen!’
{Mowl: jullie spelen Mowl na?}
Nou! Geen betere man dan een man die zichzelf kent! Ja toch?
Brrrr moet niet zeuren hoor.
{Mowl: Brrrr zeuren? Pas op, hè!}
Not to Brrrr .
He seems okay,
Still… you get the benefit of the doubt.
Possum.
{Mowl: twijfel? Hoezo twijfel?}
zelf·ver·heer·lij·king (de ~ (v.))
1 het roemen op eigen daden => zelfverheffing
{Mowl: pal·jas (de ~ (m.), ~sen)
1 hansworst, potsenmaker => grappenmaker}
sjaaaaaaa, dat denk ik nu ook regelmatig!!!!
{Mowl: dat ik zo geweldig ben?}
One way traffic
is inconvenient sometimes.
Possum.
{Mowl: wie zeg je het.}