|
Dat was niet zo’n handige opmerking van mij, die laatste van gisteren.
Want na ’t bowlen — in ’t tweede uur gingen we zelfs discobowlen, wat kegelen is met ’n glitterbol, gekleurde lampjes en op grote schermen geprojecteerde muziekvideo’s van hedendaagse popsterren als De Toppers, Jan Smit en Jannes — kwam ’t gevreesde buffet met allerlei ruim van tevoren bereid voedsel dat, bijna onvermijdelijk, op de weg naar ’t station in omgekeerde volgorde van nuttiging in ’t struikgewas naast de wandelroute belandde.
[Voorlopig hebben we geen reorganisaties meer op de rol staan, hoop ik. Dat kan m’n maag echt niet meer hebben.]
Ribbetjes? Varkensvlees? Kleffe friet? Bah.
{Mowl: vertel mij wat.}
Ik had ook zoiets zondag.
{Mowl: mijn deelneming.}
Waarom schrijf je toch steeds over kots?
{Mowl: is dat zo? Ik dacht dat ik ’t vooral over poep had.}
Heb je dat proletenvoedsel echt in de bosjes gebraakt? Brrrr zal trots op je zijn.
{Mowl: laten we zeggen dat ie ’t begreep.}
En toch was het best lekker eten zeker?
{Mowl: maar natuurlijk niet.}
*grijns*
het is idd niet makkelijk om een goede cateraar te vinden tegenwoordig…
Wel vind ik het erg zielig voor je dat je er zo ziek van bent geworden.
{Mowl: toen de frieten, ribbetjes en gerookte makreel me hadden verlaten, ging ’t al snel beter.}